‘Kiekeboe’! Wie is er niet groot mee geworden? ‘Kiekeboe’! Wie is er niet groot mee geworden? We hebben er al eerder over geschreven. Veel baby’s zien al in de eerste maanden na hun geboorte de humor van dingen in. Dit helpt hen bij het ontwikkelen van cognitieve vaardigheden. Dat blijkt uit Brits onderzoek. Onderzoekers van […]

‘Kiekeboe’! Wie is er niet groot mee geworden?

‘Kiekeboe’! Wie is er niet groot mee geworden? We hebben er al eerder over geschreven. Veel baby’s zien al in de eerste maanden na hun geboorte de humor van dingen in. Dit helpt hen bij het ontwikkelen van cognitieve vaardigheden. Dat blijkt uit Brits onderzoek.

Onderzoekers van de Universiteit van Bristol onderzochten de humorbeleving van baby’s en peuters. Uit het onderzoek blijkt dat kinderen al na een of twee maanden bepaalde dingen grappig vinden. De baby’s waarderen verschillende vormen van fysieke, visuele en auditieve humor. Denk aan gekke bekken trekken, vreemde stemmetjes gebruiken en ‘kiekeboe’ zeggen.

Baby’s jonger dan één jaar beleven vooral plezier aan reacties van andere mensen. Denk maar aan iemand die doet alsof hij heel hard schrikt. Twee- tot driejarigen zijn eerder fan van ‘onzinhumor’, bijvoorbeeld zinnen als ‘honden zeggen kwaak’. Vanaf de leeftijd van drie jaar werken woordspelingen en ruwe uitdrukkingen het best.

Lees hier waarom de eerste levensjaren van een kind bepalend zijn voor later.

Verbeeldingskracht

Bewust een komische noot toevoegen helpt kinderen ook om cognitieve vaardigheden te ontwikkelen, zoals verbeeldingskracht. Volgens hoofdonderzoeker Elena Hoicka  is het belangrijk om instrumenten te ontwikkelen die kunnen achterhalen hoe humor zich ontwikkelt. Het onderzoek kan volgens haar worden gebruikt als hulpmiddel voor jonge opvoeders en om verschillen in de ontwikkeling bij kinderen te vermijden.

Dus speel maar vaak het ‘Kiekeboe’! spelletje. Wie is er niet groot mee geworden?

Bron: Kinderopvangtotaal.nl. Afbeelding: Freepik.